Stap 1: De plek bepalen


Mocht je in een luxe positie zitten dat je de plek voor een moestuin kunt bepalen let dan op de volgende dingen:

– Liefst op het zuiden, voor optimale bezonning
– Goed gedraineerd;
– mogelijkheid tot water

 
Stap 2: omvang


De grootte van de moestuin ligt aan de tijd en energie die je eraan wil besteden. Begin door je enthousiasme niet te groot. Begin klein dan kun je later altijd uitbreiden. Je tuin vraagt elke dag een beetje aandacht van je!


Stap 3: indeling


Elke gewasgroep geeft stoffen af aan de grond en neemt andere stoffen op. Ieder gewas heeft zijn/haar eigen behoeftes.

 Laat gewasgroepen elk jaar een plaats opschuiven in je moestuin. Dankzij de wisseling worden de voedingstoffen goed verdeeld over je moestuin en raakt de grond niet uitgeput. Met als resultaat, elk jaar een mooie oogst.

Als je elk jaar dezelfde groente op dezelfde plek gaat zetten, dan geef je bepaalde ziektes en plagen een grotere kans om zich sterk te ontwikkelen.
Een teeltindeling van zes gewasgroepen is eigenlijk wel het minimum om echt goed te kunnen profiteren van de bescherming tegen ziekten. Een volgende indeling is dan mogelijk:


In een klein moestuintje kun je een indeling maken van bladgewassen, kool en knolgewassen en wortelgewassen .Zo komen we tot 3 groepen en kunnen we een indeling maken in 3 vakken:



Bij een indeling van een moestuin is het verstandig om een apart vak voor overblijvende gewassen maken, dit voor je aardbeien, asperges, rabarber of aardperen.


Stap 4: grond voorbereiden


Erg belangrijk. Wanneer je goed voor de bodem zorgt, zorgen de planten voor zichzelf!


4.1 Voldoende voedingsstoffen.


De belangrijkste voedingsstoffen zijn stikstof (N), fosfaat (P2O5) en kali (K2O).
Naast deze drie elementen, zijn er ook nog andere belangrijke stoffen zoals calcium, magnesium, zwavel en sporenelementen als koper, mangaan, boor, zink en ijzer.
Om aan deze voedingsstoffen te komen kun je kiezen uit organische meststoffen of kunstmest.
Bij organische meststof moet je denken aan dierlijke mest, compost en groenbemesting. Kunstmest wordt sneller door de planten opgenomen maar spoelt ook sneller uit. Organische mest wordt wat geleidelijke opgenomen.

Voor het opnemen van voedingsstoffen is een goede zuurtegraad, de pH belangrijk. Zonder juiste zuurtegraad heeft geen elke bemesting zin. Daarom is kalk strooien noodzakelijk.
Omdat mest zuur is, en kalk basisch (tegenovergestelden van elkaar) moet je minstens 2 maanden tussen het toevoegen van kalk en mest laten zitten.


4.2 mooie losse structuur


De bovenste laag van de bodem, ongeveer 20 cm, moet altijd goed losgemaakt zijn. Dit doe je door de grond los te spitten.


4.3 goede drainage


Je moestuin heeft regelmatig water nodig. Water zorgt voor het transport van de voedingsstoffen naar de planten. Door een mulchlaag rond je planten aan te brengen, beperk je het risico op uitdroging. De mulchlaag zorgt er ook voor dat er minder onkruid kan groeien en dat scheelt werk.


Stap 5: zaaien


Het leukste van alles (buiten het oogsten om).
Begin met gemakkelijke groentes. Bijvoorbeeld: sla, bietjes, courgette, bonen, andijvie, postelein, raapstelen, vroege aardappels en erwten.
De groenten geven een grote opbrengst in verhouding tot de ruimte die ze innemen.

Geplaatst op : 05 feb 2019

Delen :